Wat een oogsplits en de natuur mij leerde

De afgelopen dagen fietste ik dagelijks door de polder van en naar mijn werk. Zeven kilometer heen, zeven terug. Op het oog niets bijzonders, ware het niet dat er iets begon op te vallen.

Elke dag opnieuw zag ik dieren: een buizerd die schrok van mijn aankomst en nog op geen meter boven mijn hoofd in stilte het luchtruim koos. Hazen die speelden. Ganzen in V formatie. Een bever in het Spui. Twee futen die om mijn schip heen dwarrelen en de zon die door de wolken scheen en ik kreeg het gevoel dat de natuur mij iets wilde laten zien.

In diezelfde dagen zat ik ook aan boord. Stil. En ik maakte op een avond een oogsplits: een oude techniek waarin drie touwstrengen teruggeweven worden in zichzelf, zodat er een sterke, gesloten lus ontstaat. Geen knoop. Geen forcering. Wel: verbinding van binnenuit. En toen ik het af had, keek ik ernaar en moest ik glimlachen. En ik dacht: ervaring, reflectie en integratie.

In het sjamanisme worden dieren en natuurverschijnselen niet gezien als willekeurige verschijningen en gebeurtenissen, maar als boodschappers. Elk dier dat zich toont, draagt betekenis. Als een spiegel. De natuur die spreekt, en ons uitnodigt om te kijken met andere ogen.

In mijn herstelproces probeer ik steeds vaker op die manier te kijken: wat als niets zomaar gebeurt? Wat als alles betekenis kan dragen, als je leert waarnemen in lagen?

Neem de buizerd. Die verschijnt in stilte. Hij zweeft op thermiek. Cirkelend. Soms jagend, maar ook waarnemend. Hij toonde mij dat ik mag wachten op het juiste moment, dat overzicht even belangrijk is als detail, dat er helderheid en visie is en dat ik alleen hoef te duiken als het echt klopt.

Wanneer ik hem zie, weet ik nu: ik word uitgenodigd om vanuit hoogte en rust te kijken. Dat inzicht is waardevol. En de buizerd is dus geen vogel meer die toevallig overvliegt’. Het is een symbool geworden. Een leermeester met vleugels. De buizerd heeft betekenis gekregen.

Ook het zien van een bever vond ik bijzonder. Want de bever bouwt met toewijding aan veilige ruimtes: dammen, burchten, beschutting. Zo herinnert hij ons aan de kracht van constructief handelen. De bever werkt met water, aarde en hout en weet precies waar te bouwen. Zo symboliseert hij de harmonieuze relatie tussen natuur en wil. En bevers zijn vaak onopvallend aanwezig, maar met een enorme impact. Zijn werk is zichtbaar, maar zijn aanwezigheid is stil. Wat je bouwt in stilte, houdt de wereld bij elkaar.

Betekenis geven aan wat je overkomen is, is een belangrijk deel van herstel. En voor mij is het ook zingevend. Voor mij maakt met andere ogen kijken naar het leven en de wereld om mij heen het waardevoller en mooier. Het sluit aan bij wat filosofen als Friedrich Nietzsche en psychologen zoals James Hillman zeiden: dat je je leven kunt benaderen als een kunstwerk. Niet perfect, maar met aandacht, richting, kleur en ziel. Geen script volgen, maar vormgeven. Scheppend leven, zelfs in herstel. En precies daardoor voel ik mij meer verbonden, met mijzelf, én met de wereld om mij heen. De innerlijke splitsing die in mij was begint op te lossen. Wat ooit in delen leefde, wordt nu weer één. Niet alles hoeft verklaard, maar wordt wel gevoeld. Het helpt me om te duiden. Om richting te voelen.

De dieren verschenen exact op het juiste moment. Niet als toevallige ontmoeting, maar om iets te laten zien. Elk dier weerspiegelde op dat moment iets in mij: richting, speelsheid, overzicht, scherpte, onderstroom, kwetsbare kracht.

En meerdere keren brak tijdens mijn rit naar het schip de zon door de wolken in gouden stralen. Alsof de hemel openbrak. Alsof de sluier dunner werd tussen binnen en buiten, boven en beneden. En ik voelde tegelijkertijd hetzelfde: ik word completer.

En het maken van een oogsplits was voor mij meer dan techniek. Het bleek een ritueel. Drie losse delen worden één. Niet met geweld, maar met geduld en precisie. Zoals ik nu ook mijn leven weef, zonder dwang, met innerlijke orde en net als de buizerd met overzicht en aandacht voor detail.

Wat ik daarmee wil zeggen?

Dat herstel geen rechte lijn is. Herstel is ritme. Herstel is natuur. Herstel is observeren, mijn innerlijke wereld maar ook de wereld om mij heen. En soms dus ook… met aandacht een touw splitsen.

Want:

“Wat ik in mijn handen doe, gebeurt ook in mijn wezen.” “Strengen worden één. En die één is sterk, want ze komt van binnenuit.”

En de tweede gemaakte oogsplits ging al een stuk beter. Mijn handen wisten wat te doen. En zo is het ook met herstel: hoe vaker je de beweging maakt, hoe meer vertrouwen ontstaat in de kracht van verbinding. “Verbinden leer je door het te doen. En steeds opnieuw.”

Dank je wel voor het lezen. En dank aan wat de natuur mij toonde. Dank aan de buizerd en de bever. En het zonlicht dat steeds precies op tijd brak.

Ivo van der Wal Ervaringsdeskundige | GGZ agoog | Oprichter Sail4Recovery

11 april 2025

Steeds vaker zie ik in mijn werk als ervaringsdeskundige hoe mensen met diepe psychische pijn tot euthanasie besluiten. En telkens weer komt die ene term terug: uitbehandeld.

Maar uitbehandeld volgens wie? Volgens welk model? En belangrijker nog: wat is er precies uitbehandeld?

In het medisch model betekent 'uitbehandeld' vaak: We hebben alles geprobeerd wat binnen de protocollen valt. De diagnose is gesteld, de medicatie getest, onze interventies zijn uitgeput. Wij weten het niet meer. Maar wat als het lijden niet gebaat is bij een behandelmodel, maar bij een ander soort menselijk antwoord?

Sinds euthanasie voor psychisch lijden bespreekbaar is, zie ik de vraag toenemen. Niet omdat het lijden zwaarder is geworden - maar omdat het systeem te weinig andere perspectieven biedt.

Als dood tot de mogelijkheden behoort, moet leven een volwaardig alternatief zijn. Niet alleen als overleving, maar als werkelijk zinvol bestaan. En dat vraagt meer dan medicatie of therapie: het vraagt erkenning, verbinding, ruimte om te ademen en om op eigen wijze te leven.

Geen toestemming om te sterven, zonder ooit toestemming gehad te hebben om te leven. Te vaak krijgen mensen een route richting de dood aangeboden, terwijl ze nooit écht de ruimte kregen om op hún manier te leven.

Als herstel meer is dan genezing, en lijden meer is dan symptoom, dan mogen we ook onze besluitvorming rond leven en dood verder trekken dan behandelprotocollen.

En ik zie één woord dat zelden te zien valt in dossiers, beleidsstukken of medische besluitvorming - maar die alles kleurt: liefde.

Het grootste lijden ontstaat daar waar liefde ontbreekt. Waar mensen zich niet meer gezien voelen als mens, maar als last, als diagnose, als probleemgeval. En die liefdeloosheid zit niet in mensen zelf, maar in de manier waarop ons systeem is ingericht.

We zijn zo gewend geraakt aan termen als 'professionele afstand', dat we vergeten zijn wat professionele nabijheid kan betekenen.

Wat mensen vaak zoeken, is niet genezing. Wat ze zoeken, is iemand die blijft - ook als het uitzicht even wegvalt.

Nabijheid is moeilijk, omdat het ons raakt. We zijn als hulpverleners opgeleid om afstand te bewaren. Om 'professioneel' te blijven. Maar soms betekent professioneel zijn juist dat je durft te voelen. Niet om overspoeld te worden, maar om de ander niet in de kou te laten staan.

Echte nabijheid vraagt moed - de moed om niet alleen de ander te zien, maar ook jezelf te laten raken. Zonder die bereidheid blijft het systeem veilig... maar ook kil. En dáár ontstaat vaak het diepste lijden.

Daarom pleit ik voor drie veranderingen:

1. Moreel beraad bij elk euthanasieverzoek bij psychisch lijden.

Een dialoog met de betrokkene, niet over, maar met. Samen met behandelaren, naasten, ervaringsdeskundigen en een ethisch begeleider. Niet om te bepalen wat mag, maar om samen te verstaan wat er leeft.

2. Structurele betrokkenheid van ervaringsdeskundigen.

Niet als 'ervaringskleur' in de marge, maar als volwaardige stem aan tafel. Zij weten wat lijden is - niet uit boekjes, maar doorleefd, in hun ziel. Zij voelen waar hoop nog fluistert, terwijl anderen al stil zijn geworden.

3. Specifieke opleiding voor deze rol.

Laten we ervaringsdeskundigen toerusten om professioneel én menselijk deel te nemen aan dit complexe gesprek. Met kennis van ethiek, dialogiek, herstel en trauma, én met ruimte voor het persoonlijke verhaal.

 

Waarom mij dit mij zo raakt?

Ik schrijf dit niet alleen als professional. Ik schrijf dit als iemand die zélf ooit de bodem raakte. En ik ben dankbaar dat, op dat dieptepunt, de dood nog niet gepresenteerd werd als een 'humane' oplossing. Want eerlijk gezegd... misschien had ik toen wel gekozen voor de tunnel. Misschien had ik het leven verlaten, terwijl mijn verhaal nog niet af was.

Vandaag leef ik. En ik weet: herstel is niet altijd mooi of snel, maar het is mogelijk. Soms heeft het alleen een ander soort bedding nodig dan wat het systeem biedt.

Laten we dit gesprek openen, niet sluiten Ik schrijf dit stuk niet om mensen te verbieden te sterven. Doodgaan mag. Maar om te pleiten voor een samenleving die ook moeite doet om mensen te helpen voluit te leven. En als er geen uitzicht meer lijkt te zijn, hebben we een plicht om samen te kijken - dieper, breder, zachter, liefdevol.

Niet uit angst voor de dood. Maar uit liefde voor het leven.

Ik hoop dat andere ervaringsdeskundigen zich in deze discussie mengen.  Juist wij weten hoe het voelt om aan de rand te staan — en wat het verschil maakt als iemand blijft.  Jullie perspectief is onmisbaar. En delen mag.

Ivo van der Wal Ervaringsdeskundige | GGZ agoog | Oprichter Sail4Recovery

 

De kracht van verschil – waarom ervaringsdeskundigen niet in een protocol passen

Een pleidooi voor vrije ruimte, meerstemmigheid en menselijkheid – ook in het euthanasiedebat

Ervaringsdeskundigheid is geen functie. Het is een bestaansvorm. Geboren uit leven. Uit vallen, uit verdwalen, uit opstaan. Uit weten hoe het voelt als er geen woorden meer zijn – en dan toch spreken. Niet over de ander, maar vanuit zichzelf.

En toch… steeds opnieuw zien we dezelfde beweging: De ervaringsdeskundige moet netjes in het systeem passen. Geprotocolliseerd. Methodisch verantwoord. Afvinkbaar.

Maar wij zijn niet afvinkbaar. We zijn levend. Anders. Onvoorspelbaar en waardevol, juist daarom.

De afgelopen tijd is er veel gesproken over euthanasie bij psychisch lijden. Er zijn brieven geschreven. Artikelen gepubliceerd. Pleidooien ondertekend – met namen van artsen, psychiaters, psychologen, systeemtherapeuten.

Maar opnieuw ontbreekt daar de stem van ons die het van binnenuit kennen. Niet om de plek van artsen in te nemen, maar om het gesprek compleet te maken. Om iets in te brengen dat geen diagnose is, geen behandelvisie – maar doorleefde kennis van wat uitzichtloos voelt, en toch kan kantelen.

Het is een patroon. En het doet pijn. Niet uit gekwetstheid, maar uit gemis. Wie het verschil belichaamt, moet steeds weer vragen of hij mee mag doen. Maar het is precies dat verschil dat het geheel menselijk maakt.

Vrije ruimte is geen luxe – het is noodzakelijk

Wij werken vanuit afstemming, niet vanuit controle. We werken met stilte, met expressie, met lijf en ziel. We spreken niet voor de ander, maar naast de ander. En ja, dat past niet in een format. Maar het werkt wél.

Het systeem mag beheersen. Wij herinneren aan menselijkheid. Aan vertrouwen. Aan hoop. Aan levend contact.

Laat verschil bestaan – en geef het een plek

Wat we nodig hebben, is geen nieuw functieprofiel, of kaders. Wat we nodig hebben, is ruimte. Ruimte voor verschil. Voor eigenheid. Voor afstemmen in het moment. Zolang het gedragen wordt door de juiste intentie, ethiek en liefde, is dat genoeg.

Wij zijn geen aanvulling. Wij zijn onderdeel van het geheel. Als mens. Als ervaringsdrager. Als levend bewijs dat het anders kan.

 

—Ivo van der Wal Ervaringsdeskundige | GGZ agoog | Oprichter Sail4Recovery